| 
      
      
      
        
          
             
            
             
            
              
                
                  GRONINGER MUSEUM TOONT HET ONBEKENDE RUSLAND 
 
                  Diversiteit van tentoonstelling is meer dan alleen maar kunst  | 
                 
              
             
             
            
              
                 | 
                Groningen is een regionale stad  
                met een hoofdstedelijk museum. 1) 
 | 
                 | 
               
             
             
            
              
                  
                 
                Detail uit Martiros Sarians' werk 
                'Aragat' ( 1925 ) | 
                Zonder vertraging brengt de trein ons vandaag door een met sneeuw bedekt
                landschap van Delfzijl naar Groningen. Dit in tegenstelling tot elders
                in het land, waar hevige buien voor de nodige problemen zorgen. Zo meldt
                het nieuws dat het centraalstation Utrecht kampt met een ernstige storing,
                luchthaven Schiphol te maken heeft met hetzij vertraagde of zelfs geheel
                geannuleerde vluchten en er op een aantal van de snelwegen kilometers lange
                files ontstaan.  
                Zelf vinden we het toch wel echt iets hebben. Passend bij hetgeen waarnaar
                we onderweg zijn, de Russische tentoonstelling in het Groninger Museum.
                 | 
               
             
             
            Dat de weersomstandigheden wel degelijk van invloed zijn, blijkt aan het
            begin van de persbijeenkomst die wordt ingeleid door Josee Selbach, hoofd
            public relations en communicatie. Ze laat aan de aanwezige internationale
            pers weten dat er nogal een aantal mensen is gestrand. Daaronder bevinden
            zich ook de eregasten Alessandro en Fransesco Mendini die vanaf het vliegveld
            bij Milaan hebben laten weten dat ze hopen om in ieder geval morgen aanwezig
            te kunnen zijn bij de dan plaatsvindende officiële opening van het zo schitterend
            gerevitaliseerde museum.  
 
            Wanneer Josee Selbach het woord geeft aan algemeen directeur Kees van Twist,
            gaat ook hij nog kort in op het winterweer en de nadelige gevolgen ervan.
            Zo meldt hij dat er in goed overleg is besloten om de vlucht van Olga Borodina,
            de Russische operadiva die morgen de opening luister bij zal zetten met
            een groots optreden in de Stadsschouwburg, om te boeken naar Düsseldorf.
            Hij besluit met zijn gehoor voor te houden dat ze reeds gasten hebben mogen
            verwelkomen uit Rusland, uit Armenië en van de Krim. "En als zij hun
            reis naar Groningen hebben kunnen volbrengen, dan zal het de anderen zeker
            ook gaan lukken", grapt hij. 
             
            
              
                  | 
               
                 
                'De tuinen van Tsjernomor' - Andrej Adamovitsj Roller ( 1842 ) 
                © A.A.Bachroesjin - Centraal Theatermuseum Moskou | 
               
             
             
            Vervolgens gaat hij iets nader in op de hoofdtentoonstelling 'Het Onbekende
            Rusland – Oriëntalistische Schilderkunst 1850-1920', zoals die vanaf 19
            december 2010 tot en met 8 mei 2011 te zien zal zijn. Kees van Twist begint
            met een opmerking die hij na het bekend worden van deze tentoonstelling
            van iemand kreeg te horen. "Alweer Rusland?" En hoe hij daarop
            toen had geantwoord met: "Ja, en u bent nog lang niet van ons af,
            want er volgt nog een hele reeks aan Russische tentoonstellingen." 
            Over de huidige zegt hij dat die niet louter over Rusland gaat, maar over
            al die nieuwe jonge staten die er zijn ontstaan na het uiteenvallen van
            de Sovjet-Unie. Staten met hun eigen musea die er ontzettend trots op zijn
            om hun kunst hier in Groningen te mogen tonen.  
            Hierbij verder nog aangevend dat deze tentoonstelling zowel letterlijk
            als figuurlijk datgene doet waar een museum, in zijn ogen, ook voor behoort
            te staan: het brengen van nieuwe vergezichten en het tonen van nieuwe horizonten.
            "Het doet dat door u te laten kennismaken met een diversiteit aan
            culturen en landen in het oosten van Europa, daar waar de grens ligt tussen
            ons werelddeel en Azië." 
            Opvallend is ook de 'veelkeurigheid' van de kunst zoals die is bijeengebracht.
            Niet alleen  kenmerkend voor de diverse culturen die aan bod komen, maar
            ook nog eens naadloos aansluitend op hetgeen waar het Groninger Museum
            zelf voor staat. Volgens Kees van Twist past 'Het Onbekende Rusland' dan
            ook volledig binnen de zienswijze van het Groninger Museum. Hij zegt hier
            verder over: "Het staat in onze missie dat we mensen willen uitdagen,
            verwonderen en verbazen en ik denk dat deze tentoonstelling dat bij uitstek
            doet door de kunst die wordt getoond en de geschiedenis die het brengt.
            Ik noem in deze de prachtige foto's uit het Etnografisch Museum in Moskou.
            Hiermee is de diversiteit van deze expositie meer dan alleen maar kunst,
            het vertelt een verhaal en het gaat ergens over." 
             
            
              
                  
                 
                Detail uit Sergej Svitoslavski's werk 
                'Oosters markttafereel' -ongedateerd | 
                Aan het slot zijn er woorden van dank richting al diegenen zonder wie een
                grote tentoonstelling als deze schier onmogelijk zou zijn. Maar alvorens
                hij hen noemt, richt hij het woord tot zijn collega's uit al de landen
                die hier gezamenlijk 'Het Onbekende Rusland' vormgeven en zonder wiens
                inzet ze dit niet hadden kunnen doen. 
                Lovende woorden zijn er richting het Fonds Kunst en Economie – voortgekomen
                uit de samenwerking tussen het VNO/NCW en het Groninger Museum – gesteund
                door SSN, dat zich volledig inzet voor de stimulering van de economie in
                het Noorden. Iets waaraan het museum eveneens een niet geringe bijdrage
                levert. | 
               
             
            Van Twist stelt dan ook duidelijk dat cultuur niet gezien kan worden als
            franje van het tafelkleed, maar als een wezenlijk onderdeel van de maatschappij.
            Dat kunst en cultuur niet alleen staat voor de rijkdom van de samenleving,
            maar ook voor de economie daarvan. 
            Dank gaat eveneens uit naar de Gemeente Groningen, bedrijven als GasTerra
            en de Gasunie. Naar de mediapartners Dagblad van het Noorden en Avro. 
            Bijzonder verheugd is hij om te mogen aankondigen dat door de BankGiro
            Loterij is besloten om vanaf januari 2011 het contract met het Groninger
            Museum nog eens met 5 jaar te verlengen. Hiermee kan niet alleen de eigen
            collectie op peil worden gehouden, maar tevens zal het een versterking
            inhouden en kan er mooie kunst worden aangekocht.  
 
Dan is de microfoon aan Inessa Kouteinikova, Russisch kunsthistorica en reeds geruime tijd woonachtig in Amsterdam. Als gastconservator van het Groninger Museum heeft zij bijna drie jaar aan dit project, dat zij zelf als een plezierige reis naar de Oriënt betitelt, meegewerkt.  
Met de aan het Groninger Museum verbonden conservator Patty Wageman is zij verantwoordelijk voor de samenstelling van deze tentoonstelling 
             
            
              
                  | 
               
                 
                'Op de steppe' - Pavel Koeznetsov ( 1913 ) 
                © Nationaal Tretjakov Museum Moskou | 
               
             
             
            Kouteinikova: "Dat Rusland een land is dat zowel in Europa als in
            Azië ligt, weet iedereen. Het strekt zich uit van de Baltische Zee tot
            aan de Pacific. Rusland is echter niet alleen maar in geografische zin
            een land dat in beide werelddelen is gelegen. Ook de Russische cultuur
            is een bundeling van Europese en Aziatische elementen. Om dit te begrijpen
            moet u echter niet gaan zoeken op de vlaktes van Siberië ten oosten van
            de Oeral, maar zich wenden naar het zuiden. Naar Centraal Azië, de Kaukasus
            en de Krim. In cultureel opzicht ligt hier de grens, het draagvlak, tussen
            Europa en Azië. 
            Deze tentoonstelling vertelt het verhaal van de historische band tussen
            Rusland en zijn zuiderburen. Een band die werd gekenmerkt door toenadering
            en assimilatie, maar evenzeer door oorlogsgeweld en onderdrukking. Een
            haatliefde verhouding tussen Europa en Azië, die binnen de Russische context
            zo onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. 
Gezien het voorgaande is het niet verwonderlijk dat de werken zowel uit Rusland als ook uit de Oriënt komen. In totaal hebben zestien musea werken voor deze tentoonstelling beschikbaar gesteld. Musea uit Rusland, Oekraïne, Armenië en Oezbekistan. Van Russische zijde komt het merendeel ervan – zoals gebruikelijk bij Russische tentoonstellingen in het Groninger Museum – uit het Tretjakov Museum in Moskou. Maar ook een volstrekt onbekend renaissance museum in Tula heeft twee bijdragen geleverd. 
            Het belangrijkste museum buiten Rusland is het National Gallery of Armenia
            in Jerevan. En zonder twijfel  is het meest exotische het Savitski Museum
            in Nukus, de hoofdstad van een onooglijk staatje dat middenin de Oezbeekse
            woestijn ligt en Karakalpakstan heet." 
 
            In het door haar geschreven artikel 'Het onbekende Oezbekistan', zoals
            dat valt te lezen in het uiterst informatieve Groninger Museum Magazine
            02, gaat Inessa Koutenikova verder in op wat de 'verboden kunst uit de
            woestijn' is gaan heten. Op de unieke collectie van moderne kunst dat het
            Savitski Museum in Nukus wereldfaam bezorgde.  
             
            
              
                Na deze inleiding, vertelt ze iets meer over het tentoongestelde werk.
                Geeft ze aan dat het Russisch oriëntalisme in hoge mate verschilt aan het
                westerse, zoals we dat kennen uit Frankrijk en Engeland.  
                En inderdaad zullen we tijdens de later volgende rondleiding werkelijk
                geen enkel zinnelijk vrouwelijk naakt, dan wel weergaven van tot de verbeelding
                sprekende harems aantreffen. Het enige dat er misschien nog terloops aan
                zou kunnen doen denken is het schilderij van Vasili Vereshchagin: 'Verkoop
                van een slavenkind'. Echter Vereshchagin is veel meer ... De vraag kan
                dan ook worden gesteld of hij hier oriëntalist of inherent aan de Russische
                cultuur is. 
                 
                Inessa Koutenikova verklaart deze veel grotere veelzijdigheid van het Russisch
                oriëntalisme met het daadwerkelijk aan de Oriënt grenzen van Rusland. En
                dat het derhalve werken zijn waarvan de oorsprong direct is verbonden met
                de wijze waarop de beeldend kunstenaar zelf kennisnam van die Oriënt. Zij
                het als reiziger, verslaggever, soldaat, banneling, immigrant of autochtoon.
                En niet, zoals de Europeanen, als buitenstaander.  | 
                 
  
                Detail uit Vereshchagin zijn werk: ' Verkoop van een slavenkind' ( 1872 ) | 
               
             
            Ook verblijft de kunsthistorica iets langer bij het belangrijke geografisch
            aspect van het verhaal zoals dat hier wordt verteld, iets waaraan Kees
            van Twist eveneens al refereerde. Koutenikova geeft aan dat uit de geëxposeerde
            historische kaarten, van 1770 tot aan de jaren twintig van de vorige eeuw,
            duidelijk naar voren komt dat de expansie van het Russisch Rijk naar het
            zuiden niet zozeer een communistisch streven is geweest, maar juist plaatsvond
            in de tsarentijd. 
 
Een voorbeeld van dat laatste is het allegorisch werk dat Vasili Smirnov maakte van tsarina Catharina de Grote en haar reizen naar nieuwe landen die zij heeft veroverd. Zoals de Krim in 1773. We zien hier hoe Jupiter en Peter de Grote van bovenaf kijken naar haar triomfantelijke processie.  
            Tot hoever de Russische expedities zich uitstrekten wordt al evenzeer duidelijk
            bij de tentoongestelde etnografische werken, afkomstig uit de collecties
            van het Etnografisch Museum in Sint Petersburg, en de eraan toegevoegde
            schetsen van Vereshchagin uit het Tretjakov Museum, waarmee een beeld wordt
            getoond van de Oezbeekse, Kirgizische, Armeense en Joodse bevolking van
            de Oriënt.  
             
            
              
                  | 
                  | 
               
             
            
              
                 
                'Kabardijn. Jood. Twee zeilschepen. Bovenkant van houten  
                bouwwerk met galerij' - Schetsen Vasili Vereshchagin ( 1865 ) -  
                © Nationaal Tretjakov Museum Moskou. Rechts idem. | 
                'Kazach in bontkleding en muts ( Bakisj )' - Schets. 
                Vasili Vereshchagin zijn begeleider op reis ( 1868 ). | 
               
             
             
            Ongetwijfeld één van de hoogtepunten van deze tentoonstelling is het gigantische
            fresco van 7,5 meter lang, dat als titel 'Volkeren van Rusland' meekreeg.
            Hier, in Groningen, verbeeldt het de brug tussen oud en nieuw, noord en
            zuid, waarmee het tegemoetkomt aan het oorspronkelijk idee van de makers,
            die hiermee de culminatie wensten te verbeelden van de vermenging van culturen.
            Dit nu in het museum getoonde doek maakt er slechts een deel van uit. Echter
            hoe uniek de aanwezigheid van dit kunstwerk in Groningen op zich al is,
            wordt zonneklaar uit het het volgende. Bij het uitbreken van de Russische
            Revolutie verdween het in een depot. Nu is het speciaal gerestaureerd voor
            deze tentoonstelling en kan het na een periode van tachtig jaar voor het
            eerst weer aan een breed publiek worden getoond. 
            Het dateert uit 1913-1916, de periode waarin het bekende Kazan Station
            in Moskou werd gebouwd naar een ontwerp van de jonge ambitieuze Petersburgse
            architect Alexej Sjtsjoesev. Hierin was opgenomen om het gehele stationsinterieur
            oriëntalistisch te schilderen. In opdracht van de uiterst charismatische
            directievoorzitter, Nikolaj von Meck, begon een uit Sint Petersburg afkomstige
            kunstenaarsgroep aan een waar droomproject. Onder hen bevonden zich grote
            namen, als die van Nikolaj Rjorich, Alexandre Benois, Zinaida Serebrjkova,
            Ivan Bilibin en Jevgeni Lansere. Laatstgenoemde is de maker van het in
            Groningen geëxposeerde fresco, dat gezien kan worden als voorloper van
            het sociaal realisme.  
            Na de revolutie vertrok Lansere uit Sint Petersburg en vestigde zich in
            Dagestan, waar hij gedurende een drietal jaren de invloed onderging van
            het oriëntalisme. Een interesse die alleen nog maar verder toenam toen
            hij in 1920 reizen ondernam naar Turkije en Japan. Teruggekeerd op vaderlandse
            bodem vestigde hij zich in Georgië haar hoofdstad Tblisi, waar hij illustraties
            maakte bij 'Herinneringen uit de Kaukasus' van Leo Tolstoj. De grote schrijver
            die werd geboren en begraven in het al eerder genoemde Tula.  
             
            
              
                  | 
               
                 
                'Aan het Meer van Gennesaret' - Vasili Polenov( 1888 ) 
                ©Nationaal Tretjakov Museum Moskou. | 
               
             
             
            Palestina is het meest zuidelijk gelegen gebied van de hier bijeengebrachte.
            Dit ondanks het feit dat het nooit op enigerlei wijze daadwerkelijk heeft
            toebehoord aan Rusland. Toch maakt het onlosmakelijk deel uit van het oriëntalisme.
            Een feit dat tot op de dag van vandaag nog altijd wordt aangehaald binnen
            de context van het hedendaags Midden-Oosten conflict. Een sprekend voorbeeld
            ervan is het door Edward W. Said geschreven boek 'Orientalism: Western
            Conceptions of the Orient'. Hierin stelt hij onomwonden vast dat het westerse
            oriëntalisme feitelijk als een halfmythische constructie dateert uit het
            eind van de achttiende eeuw, toen het leger van Napoleon Bonaparte de Levant
            binnenviel. En, dat het ongetwijfeld niet gezien kan worden als zijnde
            objectief en wetenschappelijk, maar slechts als voortgekomen uit het onderwerpen
            van volkeren door imperialistische westerse mogendheden. Waarmee het is
            verworden tot een stereotypering van hen die zij overheersten!  
            Kolonialiserende westerse machten. Ook ons eigen land heeft er ruimschoots
            een aandeel in gehad. Een sprekend voorbeeld van waartoe dit mede heeft
            geleid is terug te vinden in de bibliotheek van de Leidse universiteit
            dat over een collectie beschikt die teruggaat tot ver in de zeventiende
            eeuw en waarvan de westerse oriëntalistiek de ruggengraat is. En ook hier
            was de bedoeling duidelijk: naast de wens om het protestantisme te verbreiden,
            kende het een belang van politiek-strategische en commerciële aard. Hoe
            succesvol men vooral in het laatste was, blijkt uit het feit dat de toenmalige
            Republiek erin slaagde om als enige westerse natie voet aan wal te krijgen
            in Japan, waarbij men in het geheel niet schroomde om het verbreiden van
            de eigen geloofsovertuiging in te ruilen voor het geldelijk gewin dat deze
            lucratieve handel hen bracht.  
            Binnen de tegenwoordige studie oriëntalistiek aan de universiteit Leiden
            en elders neemt Japanologie dan ook nog altijd een niet onbelangrijke plaats
            in.  
 
            Religie speelde zeker wel een vooraanstaande rol binnen de interesse die
            door Russische oriëntalisten aan de dag werd gelegd voor het Heilige Land.
            Hiermee heeft het dan ook terecht een plaats gekregen op deze in velerlei
            opzicht aansprekende tentoonstelling in het Groninger Museum.  
            Al in het jaar 988 bekeerde Rusland zich tot het christendom en tot diep
            in de zeventiende eeuw kende het feitelijk ook alleen maar iconen als uiting
            van de schilderkunst. En wie heden ten dage een bezoek brengt aan Jeruzalem,
            zal onder de indruk geraken van de Maria Magdelanakerk, die tsaar Alexandre
            III bij zijn aantreden in 1881 op de Olijfberg heeft laten bouwen. Met
            zeven vergulde koepels herinnert de kerk aan een bouwstijl, die vooral
            in de zestiende en zeventiende eeuw opgang deed in het Russische Rijk.
             
            Een tien jaar voor de voltooiïng van dit imposant godshuis in de Heilige
            Stad, zag in het vaderland de kunstenaarsgroep Peredvizjniki, met Ilya
            Repin als pleitbezorger, het licht. Allen waren zij begaan met het lot
            van het volk en stelden in hun aan de christelijke religie ontleende werken
            dan ook het lijden en verdraagzaamheid centraal. Dit leidde tot het sociaal
            realisme, dat een sprekende gelijkenis vertoont met Bijbelse thema's. Met
            dien verstande dat de plaats van Christus er wordt ingenomen door iemand
            als Lenin.  
            Samen met onder meer Vasili Polenov vervaardigde Ilya Repin in 1882 de
            iconstase van het kerkje van Abramtsevo, de plaats die zou uitgroeien tot
            de bakermat van de Russische Art Nouveau.  
 
            En zo belanden we via Repin, aan wie het Groninger Museum in 2001-2002
            aandacht besteedde met de zeer succesvolle tentoonstelling 'Het Geheim
            van Rusland' bij Vasili Polenov, van wie al tijdens eerdere tentoonstellingen
            – 'Het Russisch Landschap' en ‘'Russische sprookjes, Volksverhalen en legenden'
            – in het museum werk was te bewonderen. 
            Nu is hij terug met werk dat is ondergebracht in de zaal waar de Bijbelse
            Oriënt aan de bezoeker wordt getoond. Rond 1880 ondernam Polenov namelijk
            twee voor hem zeer belangrijke reizen naar Palestina. Belangrijk omdat
            hij in die dagen werkte aan wat het grootste doek uit z'n gehele carrière
            zou worden, 'Christus en de Overspelige Vrouw'. Polenov maakte hiervoor
            in Palestina honderden schetsen van de gewone man. Daarnaast benutte hij
            het verblijf eveneens om schilderijen te maken van de interieurs en exterieurs
            van kerken in Jeruzalem en Joden bij de Klaagmuur.  
             
            
              
                  | 
               
                 
                Detail uit Vereschagin's werk 'Onverwachte aanval' ( 1871 ) | 
               
             
             
            Eén van de culminaties van deze tentoonstelling is het werk van de man
            die in Rusland gerekend wordt tot de giganten uit de negentiende eeuw,
            kunstenaar Vasili Vereshchagin.  
            
              
                | Als soldaat vergezelde hij generaal Konstantin Petrowitsj von Kaufmann
                naar Turkestan en werd hierdoor ooggetuige van de gevolgen van tragische
                en triomfale veldtochten. Tijdens een verblijf in München legde hij deze
                geschiedenis vast op doek. De grote serie schilderijen waarin dit resulteerde
                en die de oorlog tonen in al zijn waanzin, werden echter niet door hem
                verkocht. In stilte bleef hij namelijk hopen dat de werken op een dag wel
                zouden worden aangekocht door tsaar Alexander II, maar de vorst toonde
                geen belangstelling. Bleef die misschien uit vanwege de zware kritiek die
                de schilder vanuit officiële kring kreeg te verduren? Omdat men toch veel
                liever de ogen sloot voor de hier getoonde wrede waarheid? | 
                  
                 
                Detail uit Vereshchagin's werk  
                'Apotheose van de oorlog' ( 1871 ) | 
               
             
            Er kwam verandering in toen Pavel Tretjakov het werk aankocht voor de door hem geopende Tretjakov Galerie in Moskou, dat vanaf het prille begin door hemzelf was bedoeld als een openbaar museum voor vaderlandse schilderkunst. Maar niet louter de grote doeken. Ook bevonden er zich een vrij aanzienlijk aantal kleinere werken onder. Schilderijtjes van hoe Vasili de volkeren onder wie hij verkeerde zag. Een antropologische weergave die al even uitzonderlijk valt te noemen. Enige van deze juweeltjes zijn eveneens op de tentoonstelling in het Groninger Museum te zien. 
            En Vasili Vereshchagin zelf? Hij zou in de Japans-Russische oorlog ( 1904-1905
            ) als opvarende van het vlaggenschip 'Petropavlovsk' ter hoogte van het
            Chinese Port Arthur een zeemansgraf krijgen nadat de oorlogsbodem daar
            op 13 april 1904 op een Japanse zeemijn loopt.  
            Nu, ruim honderd jaar na dato zijn er hier een aantal van zijn meesterwerken
            bijeengebracht en heeft men Vereshchagin's schilderij 'De deuren van Timoer'
            tot beeldmerk van deze tentoonstelling verkozen. Niet alleen raken we diep
            onder de indruk van de 'oorlogsdoeken', maar staan we ook net iets langer
            stil bij al die andere werken van zijn hand. Vasili Vereshchagin, hartstochtelijk
            reiziger en chroniqueur. De man die een eeuw geleden al de aandacht vestigde
            op machtswellust en daaruit ontstane vernietigende oorlogen. Op de botsing
            tussen twee werelden, christendom en islam. Een gegeven dat moeiteloos
            is te plaatsen in onze huidige tijd. 
             
            
              
                  | 
               
                 
                'De deuren van Timoer' - Vasili Vereshchagin ( 1872 ) 
                © Nationaal Tretjakov Museum Moskou. | 
               
             
             
            Tot slot komen we bij de laatste zaal waar het werk van de Armeense kunstenaar
            Martiros Sarian een plaats heeft gekregen. In tegenstelling tot tijdgenoot
            Vasili Vereshchagin is er in het werk van Sarian niets terug te vinden
            dat doet denken aan verovering en onderdrukking. Slechts uiterst subtiel
            verwijst hij sporadisch naar het onnoemlijk leed waartoe de mens in staat
            is. Des te opmerkelijker wanneer men zich bedenkt dat hij ooggetuige was
            van het gruwelijk lot dat zijn volk trof. Iets dat tot op heden niet is
            vergeten, nog immer in menig hart voortleeft.  
            Maar ook valt er wel terdege een overeenkomst te melden tussen hem en hiervoor
            genoemde broeders in de kunst. Als Vereshchagin in het bijzonder, een Jevgeni
            Lansere en anderen, was ook hij reislustig te noemen. Zo verbleef hij niet
            alleen enige tijd in Turkije, Egypte en Iran, maar kennen we hem ook van
            zijn Parijse periode. Gedurende dat verblijf werd hij in z'n werk sterk
            beïnvloed door Henri Matisse en Paul Gauguin. Daarvoor, het was na de Russische
            Revolutie, woonde en werkte hij een viertal jaren in Rusland, maar keerde
            daarna terug naar het zozeer door hem geliefde Armenië. Daar bracht hij
            zonder enig wapengekletter zijn eigen revolutie teweeg. In de schilderkunst!
            Martiros Sarian bracht het naar een hoger niveau en leverde daarmee een
            onschatbare bijdrage aan het culturele leven van dit Bijbels land, dat
            zich al ver voor Rome tot het christendom bekeerde. Het land dat we kennen
            van de bijbelse berg Ararat en daarmee verbonden de ark van Noach.  
            Sarian, die wel liefkozend de 'zanger van Armenië' wordt genoemd, behoort
            zeer zeker tot de groten in de kunstwereld. Illustratief hiervoor zijn
            grote tentoonstellingen in de Academie voor Beeldende Kunst in Moskou,
            het Georges Pompidou Museum voor Moderne Kunst in Parijs en in het Picasso
            Museum te Antibes. En overal trekt deze van levensvreugde doordrenkte kunst,
            waarin de lof van natuur en mens wordt bezongen grote aantallen liefhebbers.
             
             
            
              
                  | 
               
                 
                'Meisjeshoofd' - Martiros Sarian ( 1912 ) 
                © Nationaal Tretjakov Museum Moskou. 
                 | 
               
             
             
            Aan het eind van deze persbijeenkomst is er nog ruim aandacht voor de revitalisatie
            van het museum, waarbij het duidelijk wordt dat ondanks een strakke regie
            het experiment ook niet echt werd geschuwd. Sprekend voorbeeld daarvan
            is wel de nieuwe lounge. Een groter contrast met dit postmodernistisch
            gebouw is bijna niet voor te stellen.  
            Tijdens de door hem gegeven toelichting stelt Kees van Twist vast dat met
            deze ontwerpen feitelijk het verschil tussen design en kunst is opgeheven.
            En als we even later een bezoek brengen aan deze nieuw gecreëerde ruimten,
            kunnen we dat zelf alleen maar onderschrijven.  
            
              
                Het informatiecentrum, ontworpen door de Spaanse vormgever Jaime Hayon,
                is een waar pronkjuweel op het gebied van design en vloeit daadwerkelijk
                over in kunst. Centraal hierin staat een sublieme tafel met daarop een
                aantal computers, waarvan de kabels niet zijn te zien. Ook kan men vanaf
                hier heel eigentijds een virtuele toer maken door het museum. In de grote
                spiegel boven deze tafel weerkaatst het water van het Verbindingskanaal.
                Prachtige bruine kokerlampen, loungeachtige stoelen, veel spiegelglas en
                een heus klein theater completeren het geheel. 
                 
                Waar zich voorheen het oude museumcafé bevond, is nu het nieuwe
                Mendini restaurant verrezen. Vormgegeven door Studio Maarten Baas die door
                zijn materiaalgebruik een grote bijdrage heeft geleverd aan het wereldwijd
                succes van Dutch Design. Voor de meubels van het restaurant heeft hij gebruikgemaakt
                van industriële klei. Met de hand ontworpen en uniek. Bijzonder is ook
                het kleurenpalet en de bar.  
                 
                Studio Job uit Antwerpen is verantwoordelijk voor de vormgeving van de Job Lounge.  
                Het kreeg een ultrahippe uitstraling en de meningen daarover zullen ongetwijfeld
                sterk verschillen. Mede doordat deze ruimte ook gebruikt zal worden als
                trouw locatie en voor groepsdiners. Bijzonder opvallend zijn de lampen.
                Door designer Job Smeets constant 'tieten' genoemd. Kees van Twist geeft
                echter zelf de voorkeur aan 'gevulde condooms'. Het zal ongetwijfeld niet
                het laatste meningsverschil zijn.  | 
                  
                 
                Het nieuwe informatiecentrum. 
                 
                Ontworpen door Jaime Hayon 
                 
                Fotograaf: Peter Tahl  
                © Groninger Museum | 
               
             
             
            
              
                  | 
               
                 
                Het Mendini restaurant, ontworpen door Studio Maarten Baas 
                 
                Fotograaf: Peter Tahl - © Groninger Museum | 
               
             
             
            
              
                  | 
               
                 
                De Job Lounge, ontworpen door Studio Job Antwerpen 
                 
                Fotograaf: Peter Tahl - © Groninger Museum | 
               
             
             
            Bij binnenkomst kregen we vandaag aan de balie een wel heel speciale sleutelhanger.
            Hierrmee kan de bezoeker zelf informatie verzamelen over tentoongestelde
            kunstwerken. Deze zogenaamde GMcollector is speciaal voor het Groninger
            Museum ontworpen door IJsfontein uit Amsterdam. Het werkt als volgt: Bij
            een aantal kunstwerken bevindt zich een op de wand gemonteerd kastje en
            alles wat je te doen staat is het sleuteltje ervoor te houden. Na de tentoonstelling
            te hebben gezien, kan men zich in het nieuwe informatiecentrum inschrijven
            voor een eigen Groninger Museum Collector pagina. Zelf maakten wij er gebruik
            van en beschikken nu over een pagina waarop we niet alleen het betreffend
            kunstwerk nog eens kunnen bewonderen, maar er ook aanvullend uitgebreid
            over worden geïnformeerd.  
             
            Noot:  
             
            1) Mikhail Shvydkoy, voormalig Russisch minister van cultuur. 
             
            Topfoto ( eigen ): 'De Volken van Rusland' - Jevgeni Lansere ( 1916-1917
            ) 
             
            
              
                  | 
               
                  
                Nu eveneens in het Groninger Museum: Zilver in Groningen ( foto boven )
                en  
                Hoogtepunten uit de eigen collectie. Verwacht: 23 januari 2011 De Vuurvogel | 
               
             
             
             
            Voor meer foto's: klik hier 
             
             
            
            
             
             
             
            
              
                
                    
                   
                   
                  © 2010 Trankiel 
                   
                   | 
                 
              
             
             | 
           
        
       
       | 
       |