|  | 
        
          
            | 
 
              
                |  |  
                | Multifunctionele ontmoetingsruimte Heidehof, Apeldoorn - Foto: Jeroen Musch
                ©
 |  
 
 
              
                
                  | MORIKO KIRA EN HAAR VERBONDENHEID MET GRONINGEN 
 Japanse architect roemt de stad om zijn compactheid en bevolking
 |  Moriko Kira zag in 1965 het levenslicht in Japan haar capitool Tokio, waar
            zij na de middelbare school vlot te hebben doorlopen koos voor een studie
            architectuur aan Waseda University. Na deze succesvol te hebben afgerond, vertrok ze naar Nederland om er
            een tweejarige aanvullende studie te volgen aan de Technische Universiteit
            in Delft waar een groeiende moderne architectuur cultuur aan het ontstaan
            was. Dit maakte het voor haar sowieso al tot the place to be. Maar daarnaast had de jonge Moriko nog twee voor haar belangrijke redenen
            om zich aan de TU te laten inschrijven. Ze kon gebruikmaken van een Engelse
            studiebeurs en de door haar zozeer bewonderde Rem Koolhaas doceerde er in 1988.
 Het werd een in menig opzicht bijzonder tijd, waaraan ze later nog met
            veel plezier terug zou denken.
 
 Hierna keerde ze terug naar Japan en werkte er vervolgens van 1990 tot
            1992. Een periode waarin ze nog vaak terugdacht aan de mooie en leerzame
            tijd met Rem Koolhaas. Het kwam dan ook niet als een complete verrassing
            toen ze kenbaar maakte dat ze had besloten om terug te gaan naar Nederland
            en zich daar nog verder in de architectuur te bekwamen. Daarbij had ze
            het geluk dat Ben van Berkel, tot dan de assistent van Rem Koolhaas, zijn eigen kantoor had geopend
            en haar graag tot zijn team zag toetreden. Dit zou niet alleen leiden tot
            een uiterst vruchtbare en plezierige samenwerking, maar ook tot het openen
            van haar eigen kantoor in Amsterdam dat zich al spoedig verder zou uitbreiden.
            Naast haarzelf bestaat de staf nu reeds uit nog een drietal jonge Nederlandse
            architecten. Het kantoor Moriko Kira Architect heeft inmiddels een groot
            aantal ontwerpen op zijn naam staan, waaronder een aantal in de stad Groningen.
            Nationaal gesproken is dat Heidehof, een multifunctionele ontmoetingsruimte
            bij de gelijknamige begraafplaats in Apeldoorn, en de Nova AMVEST woningen
            die werden gebouwd in de in het oosten van Amsterdam gesitueerde wijk IJburg.
            Behalve dat het kantoor naam heeft gemaakt met het ontwerpen van deze nieuwbouw,
            deed het dat ook met de renovatie van het Sieboldhuis in Leiden.
 
 
 
              
                | Renovatie Sieboldhuis Leiden - Foto's: Luuk Kramer ©
 |  Het was in 2006 dat met het in opdracht van P.O. De Linie uitgevoerde en
            later bekroonde ontwerp van 18 vrijstaande patiowoningen in het Europapark
            de stad Groningen kennismaakte met het werk van Moriko Kira. Hetzelfde
            jaar waarin ook het door haar ontworpen nieuwe kantoor van de Stichting
            Oude Groninger Kerken in de Remonstrantse kerk aan de Coehoornsingel werd
            opgeleverd. Twee jaar daarna volgden 13 rijwoningen aan het Eelderplein.
            Dit was een particulier woningbouwproject van het KUUB centrum waartoe opdracht werd gegeven door de vereniging Eelderplein.
            Als tot nu toe laatste in de rij verrezen afgelopen jaar in de Eridanusstraat
            nog eens 27 eengezinswoningen naar haar ontwerp. Tot de bouw hiervan werd
            opdracht gegeven door Vereniging Achter De Reitdijk in samenwerking met
            het ook al eerder genoemde KUUB.
 
 Hoe verliep trouwens de eerste kennismaking met de metropool van het noorden?
 
 Moriko laat weten dat dit in 2003 was, het jaar waarin ze als assistent
            van Toyoo Ito deel uitmaakte van het 'Blue Moon' project in de stad. Een
            verblijf dat haar toen zeer goed is bevallen. Niet alleen raakte ze van
            meet af aan onder de indruk van de stad zelf, maar ook van haar bevolking.
            Over het eerste wil ze nog kwijt dat het overduidelijk is hoe Groningen
            blijft investeren in de binnenstad en daarmee op zijn minst de compactheid
            ervan in stand weet te houden. Als heel plezierig ervaart ze ook de variëteit
            aan architectonische stijlen. In het bijzonder verwijst ze naar de Amsterdamse
            School, een bouwstijl die in de vroege twintigste eeuw ook in Groningen
            populair werd, en roemt daarbij vooral het ambacht en de toen nieuw ontstane
            ideeën. Prachtig van ontwerp, maar toch zou dit volgens haar nu niet meer
            echt te realiseren zijn. Niet alleen ontbreekt het ons heden ten dage aan
            de vereiste ambachtslieden, maar het zou door die gehanteerde werkwijze
            ook veel te kostbaar worden. Toch, zo laat ze zich ontvallen, zou ze best
            wel eens gebruik willen maken van het verwerkte materiaal en enige expressieve
            details.
 Maar dat terzijde. In veel hogere mate wordt ze namelijk geïnspireerd door
            het werk van het in de stad gevestigde Onix waarvan de ontwerpen werkelijk uniek en figuratief genoemd kunnen worden.
            Veelal wordt daarin hout en lokaal materiaal verwerkt en het is dit laatste
            dat haar buitengewoon aanspreekt.
 
 Het brengt ons op verschillen in architectuur zoals die ongetwijfeld bestaan waar het haar eigen land Japan en Nederland betreft en zijn benieuwd of daarvan iets is terug te vinden in haar Nederlandse ontwerpen, zoals bijvoorbeeld in de stad Groningen.
 
 
 
              Ze voegt hier ter illustratie nog aan toe dat het verschil in de wijze
            van bouwen al duidelijk naar voren komt wanneer je deze twee authentieke
            bouwstijlen naast elkaar legt om ze zodoende goed met elkaar te kunnen
            vergelijken. Meteen wordt het dan duidelijk dat men in de gangbare westerse
            bouwwereld altijd is uitgegaan van de als eerste opgetrokken buitenmuur.
            Daarentegen wordt er als gezegd in het Japanse ontwerp begonnen met de
            steunpalen en creëert men daarmee al een open ruimte. Ook wordt er in het
            Japanse ontwerp meer aandacht besteed aan de wijze waarop de ontstane ruimten
            aan elkaar zijn gerelateerd en gaat dit evenzeer op voor binnen en buiten.
                | Moriko antwoordt dat misschien wel het grootste verschil is gelegen in de algehele wijze waarop er in de landen naar de constructie van een huis of een ander bouwwerk wordt gekeken. Als haar landgenoten begint zijzelf ook van binnenuit te ontwerpen. Met andere woorden: als eerste worden de nodige binnenruimten gecreëerd en het is van hieruit dat dan vervolgens op natuurlijke wijze de buitenkant zal ontstaan. In deze is het voor haarzelf ook echt belangrijk om te vernemen wat voor
                levensstijl de eigenaar zelf voorstaat, want per slot van rekening moet
                hij of zij erin wonen. Eveneens houdt ze terdege rekening met de relatie
                zoals die onderling bestaat tussen diverse ruimten en schenkt ze speciaal
                veel aandacht aan de hoeveelheid licht dat naar binnen zal kunnen vallen.
 |  
 Door Moriko Kira ontworpen groepszorgwoning in sterk contact met de natuur: Manazuru - Kanagawa, Japan.
 Foto: Satoshi Asakawa ©
 |  
 Zijn er verder nog zichtbare verschillen aan te wijzen in de huidige architectuur, al dan niet in verband met de eigen levenswijze?
 
 Ze geeft aan dat dit vooral heeft te maken met wie de opdrachtgever is.
            Hier zijn dat toch eigenlijk wel hoofdzakelijk de woningcorporaties, terwijl
            er in Japan meestal gesproken kan worden van particuliere opdrachten. Ze
            voegt er verder aan toe dat waar het puur om de wijze van ontwerpen gaat,
            gesproken kan worden van nog een heel ander opmerkelijk verschil. Ze zegt:
            "Ofschoon een Nederlander over het algemeen zeker een open voortuin
            zal toejuichen, ziet hij zijn achtertuin toch het liefst afgesloten. Dit
            omdat hij daarin volop van z'n privacy wenst te genieten. Denk in deze
            maar eens aan het zonnebaden, een tuinfeest of zoiets als het houden van
            een barbecue in de zomermaanden. De Japanner is er echter helemaal niet
            aan gewend om op deze wijze te genieten van zijn tuin en dus bestaat er
            ook geen enkel verschil tussen voor en achter. Sowieso moeten we constateren
            dat door hem veel minder waarde wordt toegekend aan het eigen privéleven,
            en al helemaal niet wanneer je dit vergelijkt met de mensen hier. Mijn
            landgenoten zien het werk veelal als een levensmissie en kennen dan ook
            niet zozeer de hier in Nederland duidelijk aangebrachte scheiding tussen
            het werk en iemand zijn privéleven."
 
 Komen we nog even terug op de eerder gemaakte opmerking over de bevolking van Groningen. Wat trof haar eigenlijk daarin zozeer?
 
 Moriko begint met te constateren dat vergeleken met veel andere plaatsen
            waar ze al heeft gewerkt, het opvallend was dat ze in Groningen wel datgene
            kon doen dat elders niet altijd mogelijk was. Hoe er in de stad zelfs over
            moeilijk liggende zaken vrijuit kan worden gesproken en dat die dan vervolgens
            op zeer positieve wijze worden ingebracht. Gericht op de toekomst.
 Ze vervolgt met: "Het is deze houding die je in staat stelt om op
            een optimistische en rationele wijze door te gaan met je eigen werk. Daar
            komt nog bij dat men hier niet onnodig tijd van de ander neemt, maar in
            plaats daarvan op een heel efficiënte wijze richting en doel met elkaar
            weet te verbinden. Nee, geen betekenisloze discussies zoals je die op andere
            plaatsen nogal eens ervaart. In de stad Groningen is er sprake van een
            gevoel voor eenheid en daar hou ik van. Het is geweldig om te zien hoe
            de bij het project betrokkenen elkaars bedoelingen weten te respecteren.
            En dat gaat werkelijk op voor iedereen. Tot aan de bouwvakkers. Het zorgt
            ervoor dat het zakelijk ook goed verloopt. Dit zowel qua budgettering als
            ook opleveringstijd. Aangezien ik dit niet eenmalig mocht ervaren, kan
            het ook niet worden gezien als een I was just lucky moment.
 Laat ik je een sprekend voorbeeld geven van het voorgaande. Toen ik het
            aanpalend kantoorpand bij de Remonstrantse kerk ontwierp, accepteerde de
            schoonheidscommissie het door mij ingediende voorstel zonder al die gebruikelijke
            mitsen en maren. Niet alleen spraken ze hun volste vertrouwen in me uit,
            maar gaven dat ook daadwerkelijk inhoud door akkoord te gaan het ontwerp
            zoals het ter tafel lag. Ik voelde dat ik hier mijn best zou kunnen doen
            zonder rekening te moeten houden met enig compromis. Nogmaals, elders had
            ik andere ervaringen opgedaan."
 
 
 
              
                |  |  |  
                | Architect Moriko Kira - Foto: Hotze Eisma © | Het door haar ontworpen kantoorpand in Groningen - Foto: Christian Richter
                ©
 |  Was dat trouwens voor het eerst dat het ontwerp een aanpalend pand van een historische kerk uit 1878 betrof?
 
 Niet alleen laat ze weten dat dit zo is, maar ook dat ze zelf nooit eerder
            iets met religie heeft gehad en dat vooral dat laatste haar aan het begin
            van het project nogal zorgen baarde. Ook verhaalt ze hoe ze vanaf het prille
            begin de mensen van de kerk bij haar ontwerp betrok en zich in dat beginstadium
            nog afvroeg of zij zich niet zouden verzetten tegen deze nieuwe verandering,
            aangezien ze ongetwijfeld hun tradities zouden koesteren. Het bleek ongegrond,
            want al spoedig werd duidelijk dat de gemeente er nog een geheel andere
            traditie op nahield. De verandering! Ze wensten zichzelf terdege te conformeren
            aan de moderne tijd. Wat Moriko hierin nog wel het meest verraste was hoe
            ze nadachten over de toekomst van hun kerk in een tijd waarin het aantal
            kerkgangers zienderogen afneemt. Natuurlijk willen ze de aard van hun godshuis
            bewaren, maar ze juichen ook zeker een veel meer publieke functie ervan
            toe. Bijvoorbeeld om de beschikbare ruimte eveneens te gebruiken voor vergaderingen
            en plaatsvindende culturele evenementen. Ze gaven uiting aan dat gevoel
            door te zeggen dat de kerk hen zo dierbaar is, dat ze graag zouden zien
            dat het voor altijd en eeuwig door de mensen gebruikt zal mogen worden.
            Woorden die haar nog eens extra wisten te stimuleren bij de zoektocht naar
            een juist ontwerp van het kantoor van de Stichting Oude Groninger Kerken
            in relatie tot de al bestaande kerkruimte. Over hoe het uiteindelijk is
            geworden, zegt ze. "Vaak wordt er in een ontwerp als deze door de
            architect gekozen voor een glazen wand om het geheel van elkaar te scheiden.
            Zelf besloot ik om het hier anders te doen. Aangezien de in mijn ontwerp
            geplaatste 1 meter hoge balustrades op de tweede en derde verdieping niet
            transparant zijn, heb je er bij het betreden van de kerk geen idee van
            dat zich daarboven kantoren bevinden. Hiermee blijft de atmosfeer van de
            kerk feitelijk behouden. Wanneer je vervolgens naar de tweede en derde
            verdieping gaat, kom je in een andere wereld terecht. De mensen die daar
            achter hun bureau werkzaam zijn, kunnen de kerkruimte beneden niet zien.
            Daarentegen is dat wel het geval als ze hun ruimte verlaten om bijvoorbeeld
            een fotokopie te maken, dan wel om een kopje koffie te drinken. Anders
            gezegd, kantoor en kerk delen wel de aanwezige ruimte, maar de daarin verblijvende
            mensen zien elkaar niet tijdens de door hen ontplooide activiteiten.
 Zelf prijs ik me heel gelukkig dat zowel de mensen van de kerk als ook
            de medewerkers van de stichting aangeven dat ze deze gecreëerde ruimte
            op een plezierige wijze ervaren."
 
 We keren even terug in de tijd. Belangstellend als we zijn naar Moriko
            Kira haar samenwerking met beeldend kunstenaar Akiko Yanagimoto aan wie
            we via Trankiel aandacht besteedden tijdens haar verblijf in het Groninger
            Wall House. Hoe is die samenwerking eigenlijk destijds tot stand gekomen?
 
 Het antwoord op die vraag is in velerlei opzicht veelzeggend en begint
            met hun allereerste ontmoeting toen Akiko Yanagimoto nog studeerde aan
            de befaamde Rietveld Academie in Amsterdam. Aangezien ze zelf onder andere
            geïnteresseerd raakte in de door de jeugdige kunstenaar ontworpen keramische
            kunst, besloot ze contact met haar te houden. Moriko: "Niet alleen
            ontwerpt Akiko kunstwerken, maar ze betreedt ook de sociale omgeving van
            de mens en neemt de daar opgedane ervaringen mee in haar creaties.
 Al spoedig kwamen we op de gedachte om samen iets met betrekking tot mijn
            projecten in Groningen te doen. Zij kwam naar de stad en ontleende inspiratie
            aan foto's die ze maakte van de constructie tijdens het renoveren van de
            kerk en van een aantal straten. Waar het De Linie betreft, besloot Akiko
            om eens op bezoek te gaan in de woningen van de mensen die er later naar
            zouden verhuizen. Deze afgelegde bezoeken zouden resulteren in kunstwerken
            die hun oorsprong vinden in dierbare herinneringen aan het leven van voor
            die verhuizing.
 Daarna waren we ook nog eens drie maanden samen, als co-residents, bij
            het EKWC in Den Bosch. Daar exploreerden we de diverse mogelijke applicaties
            van keramiek binnen de context van de architectuur. Akiko is geïnteresseerd
            in het vervaardigen van kunst die in relatie staat tot een alledaagse scene
            dan wel tot een huiselijk moment van een persoon of gezin. Persoonlijk
            raakte ik geboeid door de keramische muur en zijn spel met ruimte en licht.
            Deze door ons samen ontworpen muur bevat twee figuren in de keuken. "
 
 
 
              
                |  | Links: De door Moriko Kira en Akiko Yanagimoto, als co-residents bij het
                EKWC in Den Bosch, vervaardigde keramische muur met twee figuren in de
                keuken. 
 
 Foto: Luuk Kramer ©
 |  |  Bestaan er voor de toekomst nog specifieke plannen, iets dat je heel graag nog eens zelf zou willen ontwerpen?
 
 Ze noemt onmiddellijk Groningen. Refereert er nogmaals aan hoe ze in nauw
            overleg met betrokkenen projecten heeft weten te realiseren. Onderstreept
            daarbij nog eens weer hoezeer het haar bevalt dat ze toekomstige bewoners
            via discussie bij het proces kan betrekken. Zelfs dan wanneer het eigenlijk
            maar een relatief kleine gemeenschap betreft.
 Ze eindigt met de opmerking dat ze tot op heden hoofdzakelijk heeft samengewerkt
            met gemeenten. In het verlengde ervan noemt ze een recentelijk door haar
            gebracht bezoek aan haar vaderland en hoe ze daar de ontdekking deed dat
            de bestaande gemeenschappen op het platteland een wel heel dramatische
            verandering ondergaan. Ze constateerde dat het nu veelal mensen zijn die
            of er gewoon willen wonen of er een zaak wensen op te starten. Tevens realiseerde
            ze zich terdege dat het hier ook niet zozeer gaat om een top-down betrokkenheid van de lokale overheid. En hoewel ze projecten van dien
            aard ook best interessant vindt, zou ze toch bijzonder graag meer betrokken
            raken bij bottom-up projecten en spreekt aansluitend de hoop uit dat het dan niet alleen in
            steden zal zijn, maar eveneens in kleine dorpen op het platteland .....
 
 Zijn we toch weer terug in Groningen. In hoeverre kent ze het eigenlijk al?
 
 "Voordat ik hier iets verder over zeg, wil ik graag kwijt dat ik al
            in verscheidene Nederlandse plaatsen werkzaam heb mogen zijn, zoals bijvoorbeeld
            in Apeldoorn, Deventer en meer recent in Almere. Waar het Groningen betreft
            heb ik er alleen nog maar in de stad zelf gewerkt. Op die bewuste dag in
            2003, toen ik er voor de eerste keer naar toe reisde, ervoer ik het als
            uiterst aantrekkelijk dat je met de trein door een zeer open landschap
            gaat en dat dan na enige tijd de grootste stad in de omgeving zich aan
            je aandient. Dat wijd open land rondom geeft je in de stad een gevoel van
            veiligheid en daarbovenop kun je ook nog eens genieten van al dit pastorale
            als je de stad uitgaat. Op zekere dag reed ik door het dorp Leens. Het
            panorama dat zich daar voor mijn ogen ontrolde en als het ware leek samen
            te smelten met de eeuwigheid fascineerde me uitermate. Dit zo overweldigend
            natuurschoon waarin je aan de horizon werkelijk niemand kunt ontwaren .....
            Het is heel bijzonder. In de Randstad zijn er niet van deze open velden
            tussen de steden. Het gehele gebied daar is volledig verstedelijkt."
 
 
 Foto's: Beschikbaar gesteld door Moriko Kira Architect
 
 
 
 
 
 
              
                
                  |  
 
 © 2011 Trankiel
 
 
 |  |  |  |